De financiële sancties opgelegd aan Russische instellingen door de oorlog in Oekraïne blijven de oplevering van het derde en vierde schip voor Havila Voyages vertragen. Hoewel de rederij de rechtszaak heeft gewonnen, laten de afleveringen van de nodige vergunningen nog steeds op zich wachten.
Volgens het contract met het Noorse ministerie van Transport, moest Havila vanaf 2021 met vier schepen haar deel van de kustdienst tussen Bergen en Kirkenes verzorgen. De eerste twee schepen zijn intussen in de vaart, maar de daaropvolgende vaartuigen liggen nog steeds afgewerkt op de Turkse Tersan-scheepswerf en de rederij moest de lancering van de Polaris en Pollux al herhaaldelijk uitstellen.
De bouw werd namelijk gefinancierd door GTLK, een Russische financiële instelling bij wie Havila de schepen zou charteren. Door de sancties mogen westerse bedrijven geen zaken doen met Russische bankinstellingen. Bijgevolg kan Havila de schepen niet in ontvangst nemen. Noorwegen heeft er eerder dit jaar al mee gedreigd Havila financiële boetes op te leggen voor het uitblijven van het derde en vierde schip. De rederij van haar kant roept overmacht in omdat ze zelf tegen de muur staat. “Wij vinden dat we niet gestraft moeten worden voor een vertraging die volledig buiten onze macht ligt”, verklaarde CEO Brent Martini onlangs. Bovendien zou deze miljoenenboete het bedrijf verder in het rood duwen en eventueel verplichten de handdoek in de ring te gooien.
Met Europese banken zijn intussen herfinancieringsregelingen afgesproken. Volgens die constructie zou Havila de schepen kunnen overkopen en wordt het geld op bevroren rekeningen gestort. Dit zal de rederij toelaten de schepen in ontvangt te nemen. Het is nu wachten op de nodige vergunningen die de rechtbanken moeten afleveren. De Havila Polaris zou oorspronkelijk in december 2022 in Noorwegen in de vaart komen. De opstartdatum werd intussen een vierde keer uitgesteld tot 21 mei. Enkele maanden later zou dan ook het laatste schip Havila Pollux kunnen volgen.